Betrokken, sociaal én fanatiek. Dat is wel de beste omschrijving voor René. Hij is bekend van de Klinkenberg Cup, van heel veel wedstrijden, van de competitie, van al zijn vrijwilligersactiviteiten in verschillende commissies (wedstrijdcommissie, organisator Zaans Open, houdt de scores bij van de wintercompetitie, enzovoorts) en zit nu in het bestuur. “Ik draag graag mijn steentje bij.”
En hij is een serieuze golfer. “Als ik speel, wil ik het goed doen.” Het moet wel ergens over gaan. “Zomaar wat spelen, dat is niks.”
1. Wat vind je zo leuk aan golfen?
“Dit is een verslavend spelletje. Je geeft zo’n bal een klap en dan doet ie soms ook nog wat je wil. Ik hou van het winnen, de strijd, dat ik het goed doe. Maar ik hou ook van dingen samendoen. Op zo’n club bouw je toch een fijne vriendengroep op. Heel veel contacten. Het ‘wij-gevoel’.
Het is me beide veel waard. In de coronatijd heb ik maanden niet gespeeld omdat je erna niet samen een biertje kon drinken. Zo belangrijk vind ik het sociale dus. Met ons competitieteam spelen we ook vaak in het buitenland. In het voorjaar naar Spanje of Portugal, in september naar Engeland, Schotland, Wales, die kant op. Supergezellig.”
2. Hoe ben je hier lid geworden?
“Ik had ooit wel eens een beetje gegolft met een vriend op Spaarnwoude. Gewoon eens geprobeerd, setje huren, voor een tientje had je toen een dagkaart. Op de korte holes kon je daar een hele dag ballen. In 2006, toen ik 42 werd, had ik het plan om in m’n eentje op vakantie naar Schotland te gaan. Terwijl ik die folders bekijk, denk ik ‘wat moet ik nou in mijn eentje in Schotland?’ Besloten eerst mijn gvb te halen, ‘dan kan ik wat banen af daar’. Evert Clasquin maakte me toen hier lid. Ik ontdekte de wintercompetitie, ontmoette gezellige mensen, ging vervolgens overal aan meedoen. Die reis naar Schotland alleen is er trouwens nooit van gekomen.”
3. Hoe vaak ben je op de Zaanse Golfclub te vinden?
“Tja, ik probeer één keer in de week maar dat haal ik niet altijd, hoor. Soms maar eens in de twee weken. Deze zomer heb ik vaak de zomeravondcompetitie op de dinsdag gespeeld. Ik doe meestal de wintercompetitie. De NGF-competities. Nu het clubkampioenschap strokeplay. Vandaag ben ik eruit gevlogen in de voorronde van de clubkampioenschap matchplay. Ik speel lekker mijn wedstrijden. Ik heb een hekel aan oefenen. Zo goed ben ik niet hoor, mijn handicap is 20,3. Ik hoef er gelukkig niet van te eten want dan was ik een stuk magerder.”
4. Wat moet blijven en wat moet veranderen?
“Zo jammer dat het biljart weg is. Vroeger werd na de wintercompetitie op de zondagen daar veel plezier mee gemaakt.
De sfeer, de gezelligheid moet blijven. De saamhorigheid. De clubwedstrijden. De mensen, dat is het belangrijkste. Vooral als het hier dan één groot feest is.
Toch nog een echte wens. Het zou leuk zijn als we wat meer shop krijgen. Je kunt hier nauwelijks leuke jacks, truien en polo’s met het logo van de Zaanse Golf Club erop kopen. Dat mag veranderen!”
5. Wat is het leukste dat je hier hebt meegemaakt?
“Het competitie spelen met ons groepje maar ook de clubwedstrijden (vroeger sponsorwedstrijden, red.) op die zondagen vind ik het leukste. Ik sponsor ook zo’n dag maar niet uit commerciële belangen, gewoon omdat het zo leuk is.
Het zou fijn zijn als er veel meer clubwedstrijden komen. Want dat zijn hoogtepunten! Zo’n vol clubhuis is toch top? En is goed voor de band met elkaar. Kansen!”
6. Vertel eens iets verrassends over jezelf wat de leden nog niet van je weten?
“Ik ben iemand die heel erg aan tradities hangt. Ik ben niet zo van verandering en zo. Ik ben heel conservatief eigenlijk. Veranderingen mogen best, maar heel langzaam. Ach, maar als iets eenmaal veranderd is, dan is dat weer de norm hè? Dan ben ik er weer voor om dat vast te houden. Haha. Of weet iedereen dat wel van mij?”
7. Wat is je favoriete hole?
“Zo. Nou. Oei. Daar moet ik even over nadenken. Ik denk… ehh…hole 7. Dat is een leuke hole om te spelen. Hij is lang en ik heb best lengte in mijn slag, en dat kan ik daar gebruiken. Vooral met windje mee en dat heb je daar vaak. Hij is ook heel breed. Soms sla ik hem desondanks daar in het water…
Ik heb op zoveel plekken gespeeld met de competitie. Dit vind ik nog steeds een topbaan. De handicap die je op de Zaanse haalt, is heel wat waard. We leren hier met water, smalle delen en allerlei hindernissen om te gaan. Je hoeft voor geen enkele baan bang te zijn als je hier goed speelt.”
|